De wijngaarden van de Côtes du Rhône Septentrionale liggen tussen de steden Vienne en Valence en bevinden zich voornamelijk op de hellingen aan de rechteroever van de Rhône. Naast de acht Crus, van noord naar zuid: Côte-Rôtie, Condrieu, Château Grillet, Saint-Joseph, Crozes-Hermitage, Hermitage, Cornas en Saint-Péray, worden hier ook Côtes du Rhône en IGP (Indication Géographique Protégée) Collines Rhodaniennes wijnen geproduceerd die vanuit prijsperspectief interessant zijn.

Het continentale klimaat met relatief droge, warme zomers en vaak door vorst- en sneeuw geteisterde koude winters, en de bodem die veel graniet en daaraan afgeleid hardgesteente bevat, zijn zeer bepalend voor het karakter van de wijnen.

De syrah-druif vormt de basis voor alle rode Côtes du Rhône Septentrionales-wijnen en mag, per AOP (Appellation d’Origine Protégée) nader bepaald, al dan niet worden geassembleerd met maximaal 10-20% van de voorgeschreven witte druivenrassen. Condrieu is een cépage gemaakt van 100% viognier. De witte wijnen uit Saint-Joseph, (Crozes-)Hermitage en Saint-Péray zijn daarentegen vaak een assemblage van marsanne en roussane. Het maximale rendement in de Noord Rhône is relatief laag (variërend van 28-35 hl/ha); de gemiddelde kwaliteit van de geproduceerde wijnen mede daardoor relatief hoog.

De belangrijkste Cru is zonder twijfel Hermitage. Door de kleine jaarlijkse productie (± 50.000 hl) en de wereldwijde vraag zijn deze wijnen schaars en relatief duur. De meest productieve Cru is Crozes-Hermitage, gevolgd door Saint-Joseph. Beide herkomstgebieden hebben hun areaal afgelopen decennia mogen uitbreiden, met name richting de rivier. De gemiddelde kwaliteit van de wijnen daar is beduidend lager.