Ten zuiden van Châteauneuf-du-Pape, aan de rechteroever van de Rhône, ligt het herkomstgebied Lirac. Dit kleine gebied vertegenwoordigt slechts 0,5% van de totale wijnproductie in de Rhônevallei. De Cru-status dateert uit 1947 en geldt voor alle drie de wijntypen. Samen met het nabijgelegen Tavel (± 1.000 hectare) heeft Lirac zich lang toegelegd op de productie van met name rosé wijnen. Het gebied heeft echter aanzienlijk meer potentie voor rode wijnen (83% van de totale productie), die zich gemiddeld goed gestructureerd en genereus presenteren. De witte wijnen zijn fris en licht geparfumeerd en kunnen evenals de rosé het beste jong gedronken worden.

Door de bodemdiversiteit en de ligging ten op zichte van de rivier variëren de (rode) wijnen aanzienlijk qua karakter. De wijngaarden (± 780 ha in 2013 gelegen in de gemeenten Lirac, Roquemaure, Saint-Laurent-des-Arbres en Saint-Géniès-de-Comolas) bevinden zich op een plateau van kalksteen met grofweg drie smaakbepalende componenten. (1) Rode klei met keien waaraan de wijnen hun ferme structuur ontlenen. (2) Lösshoudende grond die vooral rondheid biedt en (3) zandgrond wat verfijning en elegantie aan de wijnen meegeeft. Terwijl 30% van de totale productie via vijf coöperaties wordt aangeboden, bedroeg het gemiddelde rendement in 2013 slechts 26 hl/ha. Lirac biedt dan ook veel ‘value for money’.