Saint-Péray
Saint -Péray behoort tot één van de eerste negen herkomstgebieden die in 1936 een AOC-status kreeg en ligt aan de rechteroever van Rhône, ten westen van Valence. De wijngaarden bevinden zich op de graniet en kalkstenen uitloper van de ‘Colline de Crussol aan de voet van de ruïne van kasteel Crussol. Deze kleine appellatie (± 73 hectare in 2013) is de meest zuidelijke appellation van de Noord Rhône en dankt haar naamsbekendheid vooral aan de mousserende wijnen (35% van de totale productie) die hier sinds 1862 worden geproduceerd op basis van de méthode champenoise. Hier is sprake van een koeler microklimaat, hetgeen de succesvolle productie van de Saint-Péray Blanc de Blanc verklaart. Wetgeving schrijft exact hetzelfde vinificatie-proces voor als in de Champagne, inclusief het gebruik van gistcellen afkomstig uit de Champagne-streek! Hoewel de marsanne ook hier de hoofdrol speelt, is de roussanne dominanter aanwezig (30% van de aanplant) in vergelijking met de andere noordelijke appellations. Andere druivenrassen zijn niet toegestaan en er worden dus alleen witte wijnen geproduceerd. De productie bedroeg 1850 hectoliter in 2013 met een gemiddeld rendement van slechts 25 hl/ha en waarvan slechts 9% wordt geëxporteerd.
Ook hier hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, die vooral de stille Saint-Péray wijnen meerwaarde hebben gebracht. Een stringent snoeibeleid, het verjongen van de wijngaarden, biologische bewerking en moderne keldertechnieken hebben allemaal bijgedragen aan een algehele kwaliteitsverbetering. Tevens wordt in toenemende mate houtlagering toegepast. De wijnen met een houtlagering zijn wel gebaat bij lagering op fles (tot vijf jaar) om een evenwichtige balans tussen fruit en hout te bereiken. Kenmerkend voor de stille Saint-Péray zijn de associaties van meidoorn- en acaciabloesem, groene pruimen en verse honing. Naarmate de wijn ouder wordt, geven de rijpere geuren van amandelen, romige zuivel en bijenwas zich meer bloot. De door de roussanne gedomineerde versie heeft meer mineraliteit en wint daardoor enigszins aan complexiteit. In goede oogstjaren kan een Saint-Péray een lengte van tien tot vijftien jaar hebben, mits de wijn over voldoende zuren beschikt, bij voorkeur afkomstig van kalkhoudende grond. Evenzogoed vormt een jonge Saint-Péray zonder houtlagering een ideaal aperitief.